Reactie We the North op Wetgevingsoverleg Cultuur
Investeer structureel in cultuur in de regio
De Tweede Kamer behandelt op 23 november de uitvoering van het landelijke cultuurbeleid voor de periode 2021-2024. We the North waardeert de inzet van minister Van Engelshoven voor cultuur in de regio en de coronasteun voor de sector. De afgelopen vier jaar hebben wij als zeven noordelijke overheden per jaar 6 ton extra in de ontwikkeling van de stedelijke regio geïnvesteerd. Wij vragen van de minister om ons hierbij te steunen met concrete maatregelen. Tevens is het voor ons belangrijk dat landelijke fondsen zoals het Mondriaan Fonds en Fonds Cultuurparticipatie transparant zijn over hun subsidieverlening en recht doen aan Fair Practice.
Perspectief voor samenwerking Rijk en regio is nodig
Voor de periode 2021-2024 en verder hebben wij behoefte aan perspectief. De tijd van vrijblijvendheid is voor ons voorbij. Als stedelijke regio hebben wij behoefte aan een volgende stap in regionale spreiding van het landelijke cultuurbudget. Bij de verdeling van de meerjarige subsidies van zowel de BIS als de fondsen is duidelijk geworden dat de regionale spreiding via de BIS licht verbeterd is, maar dat er nog altijd een buitenproportioneel deel van het budget naar de Randstad gaat. Op deze manier gaat de minister haar ambities ten aanzien van regionale spreiding over vier jaar niet bereiken. Wij pleiten voor een rechtvaardige verdeling van de beperkte cultuurmiddelen, als stedelijke regio met drie provincies en 1,7 miljoen inwoners. Het matchingsfonds voor stedelijke regio’s is weggevallen, terwijl de bijdrage aan de regio’s voor de landelijke ‘proeftuinen’ eenmalig was. Wij hebben - ondanks onze financiële positie - de intentie de komende vier jaar weer een Noord-Nederlands plusprogramma voor talent en innovatie te realiseren. Wij vragen de minister om ons hierbij niet alleen in woord maar ook in daad te steunen: door cofinanciering beschikbaar te stellen.
Belang landelijke fondsen voor de regio
Niet alleen het Rijk is een belangrijke samenwerkingspartner voor ons, maar ook de landelijke fondsen. De reparatie van het Fonds Podiumkunsten biedt een nieuwe kans voor theatergezelschappen zoals de Drentse PeerGrouP, maar er rest nog een tekort van 8 ton voor volledige reparatie van de B-lijst. Wij pleiten er gezien de scheve verdeling van de middelen voor om bij instellingen in de regio zoals de PeerGrouP wel hun volledige aanvraag te honoreren.
De reparatie bij het FPK is tot stand gekomen door een brede lobby. Dit perspectief is er niet voor de instellingen op de B-lijsten van het Fonds Cultuurparticipatie, waaronder Urban House Groningen, en het Mondriaanfonds, waaronder Kunsthuis Syb. Reparatie van deze B-lijsten kost aanzienlijk minder dan de FPK-reparatie, en veel van de instellingen op de B-lijsten bevinden zich in de regio.
Omgang fondsen met B-lijsten en Fair Practice
Op de totstandkoming van de B-lijsten en de consequenties voor de betrokken instellingen is een en ander aan te merken. Zo is de Friese presentatie-instelling VHDG gehonoreerd door het Mondriaanfonds, via de regeling Kunstpodia, maar is het alom geprezen Kunsthuis Syb op de B-lijst beland. De culturele spelers zijn in onze regio kleiner in aantal en zeer afhankelijk van elkaar en van landelijke cofinanciering. Het wegvallen van de één ten gunste van de ander is dan ook funest voor de beeldende kunstsector in Fryslân. De B-lijst werd aanvankelijk niet openbaar gemaakt en de besluiten zijn tot op heden niet onderbouwd. Hierdoor kunnen instellingen niet in bezwaar gaan of lobbyen voor een reparatie.
Het Fonds Cultuurparticipatie heeft een B-lijst gepubliceerd waarbij de B-instellingen weliswaar budget krijgen, maar lang niet het aangevraagde budget. Dit leidt ertoe dat deze instellingen niet op een manier kunnen werken die recht doet aan ‘fair practice’. De aangevraagde bedragen bij lokale overheden zijn niet achteraf aan te passen. Instellingen zoals Urban House Groningen zijn van groot belang voor laagdrempelige cultuurparticipatie en talentontwikkeling in de regio.
Vragen minister
Om in de komende periode te kunnen bouwen aan onze culturele infrastructuur hebben wij het Rijk hard nodig. Hoewel er stappen zijn gezet, zijn wij nog niet gerustgesteld over de verdere uitwerking van het landelijke cultuurbeleid. Wij hebben daarom de volgende vragen voor de minister:
- De stedelijke regio’s hebben zich ongelijksoortig ontwikkeld en in het beleid gaat de Minister niet consequent met de stedelijke regio’s om. In hoeverre blijven de stedelijke regio’s het middel waarmee een beter cultuurstelsel wordt bereikt?
- De Minister heeft het budget voor het matchingsfonds voor stedelijke regio’s omgezet in een ‘witte vlekken’ subsidie aan zes provincies. Hoe gaat de minister nu toch nog alle stedelijke regio’s ondersteunen bij hun extra inspanningen voor de culturele infrastructuur, met name als deze regio’s zelf al extra investeren?
- Kan de Minister aangeven of het geadviseerde bedrag voor de PeerGrouP met de reparatie van het FPK zal worden toegekend?
- Constaterende dat de huidige BIS en fondsen-toekenningen maar in beperkte mate zorgen voor betere regionale spreiding, wil de minister bijvoorbeeld een specifiek matchingsfonds oprichten voor Regionale Culturele Infrastructuur?
- Gaat de minister de fondsen vragen transparanter te zijn over hun subsidieverlening richting de culturele aanvragers en overheden, bijvoorbeeld als het gaat om B-lijsten en afwijzingsgronden?
- Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat de fondsen zich houden aan uitgangspunten in het landelijke beleid zoals fair practice (voldoende subsidiebudget bij een honorering) en regionale spreiding?
Wij willen ons als regio inzetten om samen met het Rijk een constructieve stelselherziening te realiseren die echt recht doet aan alle Nederlanders.